BAKKEN, BRADEN OF STOVEN?
Vlees klaarmaken is geen exacte wetenschap en ook je persoonlijke smaak speelt mee. Toch bestaan er een paar vuistregels om vlees perfect te bereiden. De warmtebron beheersen, kooktijden respecteren en vooral het juiste stuk vlees kiezen.
Bakken
moet voorbehouden worden voor malse, niet te dik gesneden stukken vlees met weinig bindweefsel zoals steaks, hamburgers, kalfslapjes, koteletten…
Braden
Bij braden in de oven wordt gebruik gemaakt van stralingswarmte. Het vlees wordt zeer geleidelijk gegaard en dat is vooral bij grotere stukken vlees een groot voordeel. We denken
dan aan rosbief of gebraad, maar ook dik gesneden steaks of koteletten komen beter tot hun recht wanneer ze in de oven worden gegaard. De kern kan mooi garen, zonder dat de
buitenzijde te hard gaat korsten. Het vlees op voorhand in de pan aankleuren zorgt voor een extra smaakdimensie.
Stoven
Stoven is een kooktechniek waarbij je het vlees kort aanbakt en vervolgens langzaam en lang laat verder garen door het onder te zetten in vocht. Bij stoven wordt de warmte overgedragen door het vocht waarin het vlees zich bevindt. De temperatuur van de bereiding komt bij voorkeur niet boven de 80° C. Deze techniek wordt vooral gebruikt voor stukken vlees met veel bindweefsel zoals de drierib, schenkels of varkenswangen.